Stan (15) had een lekkende aortaklep

Veel last had de 15-jarige Stan niet van zijn lekkende aortaklep. Maar om problemen voor te zijn, werd de klep gerepareerd tijdens een hartoperatie in het Kinderthoraxcentrum van het Erasmus MC Sophia. ‘Het infuus vond ik het spannendst.’

Dat hij een lekkende aortaklep heeft, weet Stan al sinds hij klein is. Maar afgezien van routinecontroles bij de kindercardioloog had het weinig invloed op zijn leven. Hij was fit en kon de dingen doen die hij leuk vindt: sporten en reizen. Tot zijn arts begin dit jaar constateerde dat de lekkage snel erger begon te worden. Er moest iets aan worden gedaan om latere problemen zoals hartfalen te voorkomen. Stan had zelf ook wel gemerkt dat de hartslagmetingen op zijn smartwatch de laatste tijd omhoog schoten als hij even voetbalde of hockeyde.

 

Voor reparatie van de aortaklep zocht Stans kindercardioloog van het Radboudumc contact met een chirurg van het Erasmus MC. Deze centra vormen samen het Academisch Centrum voor Aangeboren Hartafwijkingen. Voor bijna alles wat nodig is voor de behandeling van een hartafwijking kunnen patiënten op beide locaties terecht. Als kinderen geopereerd moeten worden gebeurt dat in Rotterdam. Stan: ‘Dat was wel even spannend, ik was nog nooit in het ziekenhuis in Rotterdam geweest.’

 

Gelukkig werd het gezin vriendelijk ontvangen. ‘Iedereen was heel lief en zorgzaam. Ze hebben Stan zelfs nog uitgezwaaid toen we vertrokken’, vertelt zijn moeder Tjitske. Kinderhartchirurg Wouter van Leeuwen van het Kinderthoraxcentrum van het Erasmus MC Sophia repareerde de klep tijdens een ongeveer 4 uur durende openhartoperatie. De operatie zelf vond Stan geen big deal. ‘Dan slaap ik toch.’ Het spannendste vond hij het prikken van infuus. Maar zelfs dat viel mee door de verdoving.

Het herstel verliep vlot. De eerste dagen lag Stan op de intensive care in het Sophia in Rotterdam, maar al snel kon hij met de ambulance terug naar het Radboudumc. Een hoogtepunt, want op de ambulance ziet Stan zichzelf later wel werken. ‘Speciaal voor mij zetten ze nog even de zwaailichten aan’, lacht hij.

Kunstklep

Inmiddels is het maanden later en denkt Stan nog weinig aan de operatie en aan zijn hartafwijking. ‘Ik vind het niet zo’n groot ding.’ Hij zit in HAVO-4 en heeft het hockeyen weer opgepakt. Zijn ouders zijn blij dat de operatie achter de rug is. Tjitske: ‘Je kind achterlaten in zo’n grote operatiekamer met al die artsen, verpleegkundigen en ander personeel om hem heen en die enorme lampen boven de tafel, was heftig. We zijn dankbaar dat het zo snel weer goed met hem gaat.’

Regelmatig gaat Stan op controle in het Radboudumc om te kijken of de klep nog goed werkt. De verwachting is dat hij tien tot vijftien jaar vooruit kan. Mocht de lekkage weer toenemen, dan komen opties als een kunstklep of een donorhartklep in beeld. Maar zover denkt Stan nog niet vooruit. Eerst maar eens reizen en de wereld ontdekken.

Over bicuspide aortaklep

Stan heeft een bicuspide aortaklep. Dat betekent dat de klep tussen de linker hartkamer en de grote lichaamsslagader uit twee delen bestaat in plaats van uit drie delen. Bicuspide aortaklep is de meest voorkomende aangeboren hartafwijking. Bij Stan werd de afwijking ontdekt, nadat per toeval een hartruis werd gevonden. Vaak geeft een bicuspide aortaklep geen klachten. Mocht de hartklep ernstig gaan verkalken of lekken of de aorta ernstig wijder worden, dan kan een operatie nodig zijn. Daarbij wordt de klep gerepareerd, of de klep of een deel van de aorta vervangen.

Dit zijn de chirurgen van het Kinderthoraxcentrum in Rotterdam

Pieter van de Woestijne en Wouter van Leeuwen zijn kinderhartchirurg in het Kinderthoraxcentrum van het Erasmus MC Sophia. In deze video volgen we hen tijdens een operatie en vertellen ze wat hun werk zo bijzonder maakt.

https://youtu.be/lq4thtHK_DQ

Na het kijken van de video benieuwd hoe het gaat met Stan, de 15-jarige jongen die wordt geopereerd aan een lekkende aortaklep?

Meer verhalen over het Kinderthoraxcentrum, het enige centrum voor kinderharttransplantatie in Nederland, staan in het dossier Hartje Rotterdam.