Wie gevaccineerd is, heeft bijna twintig keer minder kans om met corona in het ziekenhuis te belanden dan wie niet is ingeënt. Op ic-afdelingen is het verschil nóg groter. Wel lijken de vaccins de afgelopen tijd een heel minimaal beetje minder effectief te zijn geworden. Die twee zaken concludeert het RIVM op basis van de vaccinatiestatus van opgenomen coronapatiënten in de afgelopen drie maanden. Dit weten we nu over hoezeer coronavaccins ons behoeden voor ziekenhuisopnames.
1. Ongevaccineerden belanden veel vaker in het ziekenhuis dan gevaccineerden
Volgens het RIVM is de kans op opname voor iemand die niet gevaccineerd is tegen COVID-19 zeventien keer zo groot als voor iemand die wél volledig is ingeënt. Dat cijfer kan bijna verdubbeld worden als gekeken wordt naar ic-opnames.
Tussen juli tot en met oktober bleken de vaccins liefst 94 procent van alle ziekenhuisopnames te hebben voorkomen en liefst 97 procent van alle ic-opnames. De vaccinatiecampagne heeft de zorg dus behoed voor (nog) veel meer drukte in de ziekenhuizen.
2. Opgenomen ongevaccineerden zijn jonger dan opgenomen gevaccineerden
Afgelopen oktober waren ongevaccineerde coronapatiënten in de ziekenhuizen gemiddeld 59 jaar. De gevaccineerde patiënten daarentegen waren gemiddeld een stuk ouder: 77.
Dat leeftijdsverschil ontstaat omdat ouderen na een coronaprik iets minder goed beschermd zijn tegen COVID-19 dan jongere leeftijdsgroepen. Het vaccin heeft net iets minder effect bij de ouderen. Daarom is de kans ook groter dat zij – ook na inenting – sneller ziek worden en in het ziekenhuis opgenomen kunnen worden dan andere leeftijdsgroepen.
Daarnaast ligt de gemiddelde leeftijd bij ongevaccineerden lager, omdat er simpelweg veel meer jongere ongevaccineerden in Nederland ziek kunnen worden: relatief veel meer ouderen kozen tot dusver voor een coronaprik, dan jongere leeftijdsgroepen.
RIVM-onderzoek naar opgenomen coronapatiënten:
- Sinds juli werden in totaal 6.899 COVID-19-patiënten in ziekenhuizen opgenomen.
- Van 6.542 personen, oftewel 95 procent, was de vaccinatiestatus bekend.
- Sinds juli werden in totaal 1.425 Nederlanders met COVID-19 op de ic’s opgenomen.
- Van 1.310 personen, oftewel 92 procent, was de vaccinatiestatus bekend.
3. Desondanks wordt het aandeel opgenomen gevaccineerden groter, hoe kan dat?
In oktober was iets meer dan de helft van alle opgenomen COVID-19-patiënten niet (of deels) gevaccineerd. Dat is een kleiner deel dan voorheen: in september ging het nog om bijna drie kwart van de patiënten.
Ook op de intensivecareafdelingen daalde het aandeel van niet (of deels) gevaccineerden van ruim acht op de tien patiënten, naar zeven op de tien. Kortom: er komen de laatste tijd dus relatief meer gevaccineerden in het ziekenhuis.
Hoe dit kan? Het RIVM vermoedt dat recente corona-uitbraken een mogelijke verklaring kunnen zijn. Dat zit zo:
- Het virus verspreidt zich steeds sneller en treft steeds meer Nederlanders, ook gevaccineerden.
- Ruim elf miljoen volwassen Nederlanders zijn gevaccineerd. Zij kunnen nog steeds besmet raken (al is die kans wel kleiner) en nog steeds in het ziekenhuis belanden (al is die kans heel veel kleiner geworden).
- Maar hoe klein die kansen ook zijn: elf miljoen keer een kleine kans zijn in absolute aantallen nog steeds best wat mensen die in het ziekenhuis kunnen belanden.
- Ongevaccineerden hebben een veel grotere kans in het ziekenhuis te belanden, maar zijn ‘slechts’ met zo’n twee miljoen mensen. Zij lopen normaliter het grootste risico op een ziekenhuisopname, maar als het virus zich sneller en wijder verspreidt is het logisch dat ook de andere, grotere groep steeds vaker in contact komt met het virus.
4. De algehele effectiviteit van vaccins is wél een minimaal beetje kleiner geworden
Vaccins voorkwamen de afgelopen maanden gemiddeld 94 procent van alle ziekenhuisopnames en 96 procent van alle ic-opnames. In de afgelopen acht weken is de effectiviteit op beide fronten met 1 procentpunt gedaald.
Het is niet zeker waardoor dat komt. Mogelijk is het een natuurlijke oorzaak omdat het vaccinatiemoment steeds langer geleden is. Of mogelijk komt het doordat het virus zich wijder verspreidt: het aantal besmettingen is immers flink toegenomen. Het RIVM maakt zich er in ieder geval niet druk over: “De bescherming is nog steeds erg hoog.”