Speciaal spreekuur om hartpatiënten te laten meedenken over hun behandeling

Fredrike-Michiel

Een 82-jarige patiënt heeft ernstige hartproblemen. Opereren is heel risicovol. Mogelijk moet de patiënt daarna de rest van zijn leven in een verzorgingshuis doorbrengen. Maar zonder operatie leeft de patiënt over 2 jaar niet meer. Wat is wijsheid? De afdeling cardiothoracale chirurgie heeft een speciaal spreekuur ingericht om met de patiënt dilemma’s, wensen en behoeften te bespreken.

‘Hebben we wel het goede gedaan? Dat dacht ik wel eens toen ik nog op de intensive care werkte en zag hoe slecht sommige patiënten eraan toe waren na een ingrijpende hartoperatie’, vertelt Fredrike Zwiers-Blokzijl. Ze is verpleegkundig specialist op de afdeling Cardiothoracale Chirurgie en heeft de afgelopen jaren promotieonderzoek gedaan naar de kwaliteit van leven na een hartoperatie. ‘Uit de verschillende onderzoeken blijkt dat de kwaliteit van leven vooral bij veel oudere patiënten verslechtert. De impact van de operatie kan enorm zijn. Sommige patiënten konden nog zelfstandig wonen voor ze werden geopereerd, maar kwamen daarna in een verpleeghuis terecht.’ 

Het best 

Cardiologen en hartchirurgen bespreken tijdens een multidisciplinair overleg (MDO) of een hartpatiënt het best geopereerd kan worden of dat een andere behandeling geschikter is. ‘We bekijken bijvoorbeeld of iemand goed genoeg is om een bypassoperatie te ondergaan, of dat het te risicovol is en dotteren beter is’, vertelt cardiothoracaal chirurg Michiel Kuijpers.  

Wil de patiënt dat wel? 

Soms is het snel duidelijk, maar het kan ook heel ingewikkeld zijn om te bepalen wat de beste behandeling is. Bijvoorbeeld als een patiënt ook andere aandoeningen heeft en heel kwetsbaar is. Michiel: ‘Wat het nog lastiger maakt is dat veel patiënten zijn verwezen vanuit andere ziekenhuizen. Die hebben we niet zelf gezien, we hebben alleen informatie over ze op papier. Als dan blijkt dat een operatie grote risico’s heeft, wil de patiënt dat dan wel? We weten niet precies wat zijn wensen zijn. Ook kwamen we wel eens voor verrassingen te staan. Dat ik naar de verpleegafdeling ging om kennis te maken met de patiënt die ik de volgende dag zou opereren en dacht: oei! Dan bleek bijvoorbeeld dat de patiënt een heel slechte conditie had en alleen maar wat kon schuifelen achter de rollator. Soms moesten we dan besluiten toch niet te opereren. Heel vervelend voor de patiënt en zonde dat er een operatiekamer leeg bleef staan en een team voor niks was ingepland.’ 

PRIME-poli 

Om eerder en beter te kunnen beslissen wat de beste behandeling is voor een patiënt, heeft de afdeling Cardiothoracale chirurgie sinds november de PRIME-poli. PRIME staat voor PReoperatieve RisicoInschatting en Meebeslissen. Hier komen patiënten van 70 jaar en ouder die extra risico lopen doordat ze bijvoorbeeld te zwaar zijn of beginnen te dementeren.   

Behandelwensen 

‘Wij nemen een uur de tijd en kijken dan naar het complete plaatje’, zegt Fredrike die in het team zit dat de spreekuren doet. ‘We doen bijvoorbeeld fysieke en mentale testjes en praten uitgebreid met de patiënten en meegekomen familieleden. Zo vragen we hoe hun dag eruitziet, wat ze graag doen en wat hun behandelwensen zijn: zelfstandig blijven wonen, geen pijn hebben, of zo lang mogelijk leven? En als je na de operatie misschien naar een verpleeghuis moet, wil je dat dan wel? Dat soort zaken bespreken we zodat iemand beter weet wat de impact van de behandeling kan zijn.’  

De juiste persoonlijkheid 

‘s Middags schuiven Fredrike en haar collega aan bij het multidisciplinair overleg. ‘Wij nemen de stem van de patiënt mee en vullen de meer technische informatie van de specialisten aan’, zegt Fredrike. ‘Zo doet ieder waar die goed in is.’  
Michiel is het daar helemaal mee eens: ‘Ik heb niet altijd tijd voor lange gesprekken met de patiënt. Ook heb ik er misschien niet helemaal de juiste persoonlijkheid voor, hartchirurgen zijn meer doeners. Verpleegkundigen zijn hier veel beter in. We moeten het idee doorbreken dat wij als specialisten alleen kunnen beoordelen wat de beste behandeling is.’ 

Fijn 

Patiënten krijgen nog dezelfde dag te horen wat hun behandelvoorstel is. Fredrike merkt dat ze het fijn vinden dat er uitgebreid naar hun wensen en behoeften is geluisterd en ze konden meedenken over hun behandeling. ‘Ook weten ze nu beter wat ze te wachten staat doordat ze meer voorlichting hebben gekregen. Als ze na de operatie erg moe zijn of naar een verpleeghuis moeten, overkomt het ze minder.’  

De nieuwe werkwijze levert winst op voor alle partijen, vindt Michiel. ‘De patiënt wordt nu echt gehoord. Dat is fijn voor de patiënt, maar ook voor ons. Als je een risicovolle operatie moet doen en de patiënt overleeft die niet, dan is dat ontzettend naar. Maar het voelt anders als je weet dat de patiënt heel bewust voor de operatie heeft gekozen en je naar zijn wens hebt gehandeld.’