Ruim 1000 patiënten per jaar krijgen ‘onnodig’ defibrillator

Meer dan duizend hartpatiënten per jaar krijgen een interne defibrillator (ICD) terwijl het de vraag is of ze die nodig hebben. Het apparaat helpt niet altijd om overlijden te voorkomen, terwijl wel flinke complicaties kunnen optreden na het implanteren van een ICD. Dat stelt het Nederlands Zorginstituut na onderzoek. Ziekenhuizen zijn daarover niet open genoeg in hun voorlichting.

Onder de noemer ‘zinnige zorg’ nam het Nederlands Zorginstituut het plaatsen van ICD’s de afgelopen jaren onder de loep. Het Zorginstituut (dat namens de overheid waakt over kwaliteit, doelmatigheid en betaalbaarheid van de zorg) maakt nu afspraken met zorgpartijen om het aantal onnodige plaatsingen te verminderen. De Nederlandse vereniging voor Cardiologie werkt mee aan de nieuwe richtlijnen, maar is ook kritisch. Volgens de vereniging gaat het Zorginstituut te kort door de bocht, ze waarschuwt voor mogelijke overlijdens door het achterwege laten van een ICD.

Jaarlijks krijgen zo’n 6000 mensen zo’n apparaatje geïmplanteerd. Het geeft een elektrische schok bij een te hoog of laag hartritme en kan zo levens redden. Een ICD is niet hetzelfde als een pacemaker; die grijpt alleen in als het hartritme te laag is. In Nederland mogen 28 ziekenhuizen dit doen.

Complicaties

Het grootste deel wordt geplaatst bij patiënten die gereanimeerd zijn na acute hartproblemen. Er is ook een groeiende groep die een ICD ter preventie krijgt. Dit betreft mensen met andere hartaandoeningen, waarvan het overgrote deel nog nooit een ernstige hartritmestoornis heeft gehad, zegt het Zorginstituut. Weliswaar kan een ICD een plotseling overlijden voorkomen, maar er kunnen ook ernstige complicaties optreden. Daarnaast zijn er beperkingen voor dragers: ze mogen niet zomaar meer autorijden en ook kan het apparaat een onterechte schok afgeven.

Besparing

Het Zorginstituut stelt dat uit onderzoek blijkt dat de behandeling en medicatie bij die groep hartpatiënten dusdanig verbeterd is dat een ICD lang niet altijd nodig is en stuurt op een scherpere indicatiestelling. Dat zou 1200 plaatsingen per jaar kunnen voorkomen, wat een kleine 20 miljoen besparing oplevert. De zorgpartijen moeten de nieuwe richtlijn verder uitwerken.

Daarnaast moeten de 28 ziekenhuizen hun patiëntenvoorlichting onder de loep nemen en de complicaties beter benoemen. Niet alle ziekenhuizen doen dat nu duidelijk op hun website, zegt het Zorginsituut. Verder wil het Zorginstituut paal en perk stellen aan het automatisch vervangen van ICD’s na een aantal jaren.

Overlijden

De Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) werkt mee, maar niet van harte. Volgens de vereniging is het Zorginstituut veel te stellig, laat het internationaal relevant onderzoek ten gunste van preventieve ICD’s buiten beschouwing en wordt een grote patiëntengroep over één kam geschoren. De NVVC schrijft in een reactie op het concept-plan aan het Zorginstituut dat er ook patiënten zullen overlijden na aanscherping van de richtlijn, omdat ze geen ICD hebben gekregen.

Volgens de vereniging legt het Zorginstituut te veel nadruk op de complicaties in relatie tot de kans op overlijden zónder ICD. Ook vreest de vereniging voor kortingen op het budget door de verwachte besparing. “Er kunnen situaties ontstaan waarbij een cardioloog een patiënt wel een ICD aanraadt, maar moet aangeven dat er in Nederland geen vergoeding voor is.”

Ziekenhuis Isala in Zwolle koploper met ICD’s

Landelijk worden jaarlijks zo’n 6000 ICD’s geïmplanteerd bij hartpatiënten. Ziekenhuis Isala in Zwolle is een van de koplopers met een aandeel van ruim 8 procent. Tussen 2018 en 2021 schommelde het aantal patiënten dat een ICD kreeg er jaarlijks tussen de 430 en 530. Isala is gespecialiseerd hierin krijgt veel patiënten uit andere ziekenhuizen voor deze ingreep.

Al enkele jaren lopen op landelijk niveau gesprekken met het Zorginstituut over het verminderen van het aantal preventieve ICD-plaatsingen.

Tegen enkele cardiologen van Isala loopt op dit moment een FIOD-onderzoek wegens mogelijke omkoping bij de aanschaf van hulpmiddelen voor het Hartcentrum. Een van de verdachte cardiologen was namens de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie enige tijd gesprekspartner van het Zorginstituut in het verbetertraject rond ICD’s.

Naar verluidt zou het onderzoek zich toespitsen op het aannemen van steekpenningen bij de inkoop van ICD’s bij producent Biotronik. Het ziekenhuis zei eerder geen opvallende zaken te zien in de inkoop van ICD’s. Vijf bedrijven leveren ICD’s, waaronder Biotronik. Met de patiënten wordt overlegd welke ICD het geschiktst is. In de praktijk worden alle merken evenveel gebruikt, gaf het ziekenhuis vorig jaar aan.