De wielerwereld is in september opgeschrikt door verschillende incidenten. Zo kreeg de 32-jarige Wesley Kreder een hartaanval en werd de 27-jarige Nathan Van Hooydonck onwel.
Cardioloog Tineke van den Berg van HartKliniek begrijpt dat het tot veel schrik leidt als een topsporter plots hartproblemen krijgt. “Iemand die sport tijdens een evenement, wordt gezien als iemand die sterk is. Als een sporter ineens neervalt, zorgt die gebeurtenis voor commotie.”
Thijs Eijsvogels, inspanningsfysioloog en universitair hoofddocent aan het Radboudumc, benadrukt dat dit de gevallen zijn die je in het nieuws ziet.
“Het is heel zeldzaam, het risico is ontzettend klein. Studies laten zien dat het risico ongeveer 1 tot 2 hartstilstanden per 100.000 sporters is. Het moet vooral geen reden zijn om niet te gaan sporten en op de bank te blijven zitten.”
Bij jonge sporters ligt het vaak aan onderliggende hartaandoeningen
De medische wereld maakt onderscheid tussen sporters onder en boven de 35 jaar. Bij jonge mensen ligt het volgens Van den Berg vaak aan een onderliggende hartaandoening die iemand al heeft.
“Voor de meeste hartaandoeningen geldt dat ze niet per se erger worden door sport, maar het is natuurlijk wel een extreme belasting op je hart”, legt de cardioloog uit.
“Sporten is een supergoed idee en is gezond. Maar als er iets onderliggends is, dan kan sporten dit wel uitlokken. Natuurlijk zoek je bij extreme topsport wel de grenzen op. En of dat gezond is, daar zijn de meningen over verdeeld.”
Een hart stopt niet zomaar
Eijsvogels benadrukt dat een hart niet zomaar stopt met kloppen. “Door een genetische hartziekte kan het hart groter zijn dan normaal”, vertelt hij. “Dat kan gunstig zijn als je een duursporter bent. Het hart kan dan extra veel bloed rondpompen en je spieren tijdens inspanning van meer zuurstof voorzien.”
Het nadeel is dat je een dikkere hartspier krijgt. “Dat zorgt voor een wat kwetsbaarder hart. Bij deze mensen heb je een verhoogd risico op een plotse hartstilstand of hartdood. Het is zeldzaam, maar het gebeurt wel.”
Niet elke sporter met een onderliggend hartprobleem merkt dit. “Soms zijn er wel tekenen geweest, maar zijn die niet begrepen of genegeerd”, legt Eijsvogels uit. “Vanuit de medische wereld wijzen wij erop dat mensen het vooral bij een dokter moeten laten checken als ze denken dat er iets aan de hand is.”
Kans op hartritmestoornis
Als je geen onderliggende hartaandoening hebt, kun je tijdens het sporten wel last krijgen van boezemfibrilleren. Dat is een hartritmestoornis. “Dit zie je vaak bij wielrenners”, weet Eijsvogels. “Door alle training en inspanning kan er een verandering optreden: het hart wordt groter om die hoeveelheid bloed rond te pompen.”
Zowel Eijsvogels als Van den Berg zegt dat boezemfibrilleren goed behandeld kan worden. “De ritmestoornis kan vervelend zijn, maar kan goed behandeld worden en is niet levensbedreigend”, legt Van den Berg uit. “Je krijgt er dus geen hartstilstand van en ook niet elke sporter krijgt er last van. Als je er aanleg voor hebt, wordt het door sporten waarschijnlijk erger. Maar het is zeker geen reden om te zeggen dat je niet aan duursport moet doen.”
‘Sporten met koorts is een no-go’
Als je een gezond hart hebt, moet je er volgens Van den Berg alleen op letten dat je niet gaat sporten als je iets onder de leden hebt. “Sporten met koorts is een no-go. Een ontsteking als een simpele griep kan ook op je hart slaan, waardoor je een soort ontsteking van je hart krijgt”, legt de cardioloog uit.
“In een groot deel van de gevallen is dit niet ernstig, maar in sommige gevallen kun je daar ook ritmestoornissen door krijgen. Als je dan ook gaat trainen, is die kans daarop groter.”
Nadelen wegen niet op tegen voordelen
Eijsvogels en Van den Berg benadrukken beiden dat de nadelen van sporten niet opwegen tegen de voordelen. “Liever heb je een gezond hart zonder afwijkingen, laat ik dat vooropstellen”, zegt Eijsvogels.
“Als je dan naar boezemfibrilleren kijkt, dan hebben sporters daar wel meer kans op. Maar als er wel iets aan de hand is, zie je dat de risico’s bij sporters vele malen kleiner zijn dan de risico’s die wij bij patiënten en niet-sporters zien.”
“Sport en beweging zijn voor ieder mens ontzettend belangrijk”, zegt Van den Berg. “Fysieke fitheid is een van de sterkste voorspellers van gezondheid, lang leven en weinig problemen. De meeste mensen hebben vooral veel baat bij sport.”
Carolijn Melters 22 sep 2023